Servicedocument Risicohouding biedt pensioenfondsen concrete handvatten voor beleidsvorming

Op 3 september jl. heeft de Pensioenfederatie een nieuw servicedocument met als thema “Risicohouding”. Dit document biedt pensioenfondsbestuurders ondersteuning bij het omgaan met complexe vraagstukken rondom de vaststelling van risicohouding. Ortec Finance was onderdeel van de werkgroep die dit document heeft geschreven.

Het nieuwe document vormt een aanvulling op een eerder servicedocument waarin de wettelijke vereisten rondom de risicohouding en de aandachtspunten bij het uitvoeren van een risicopreferentieonderzoek (RPO) centraal stonden. In deze publicatie ligt de nadruk op de vervolgstappen: hoe wordt de uitkomst van een RPO vertaald naar concreet beleid?

Twee benaderingen voor beleidsvorming: sequentieel en iteratief

Het document beschrijft twee processen voor het vaststellen van beleid:

Sequentieel proces

Dit proces volgt de vier fasen zoals vastgelegd in Besluit Uitvoering Pensioenwet artikel 14t lid 6. Binnen het sequentiële proces zijn er in de praktijk diverse varianten gangbaar, zoals de schuifjesmethode en de methode waarbij een theoretische life cycle wordt bepaald.

Iteratief proces

Kenmerkend aan het iteratieve proces is dat de relatieve risicohouding (RRA) en de risicodraagkracht (RD) direct gebruikt worden voor de vaststelling van het beleid. De wettelijke risicomaatstaven zijn vervolgens meer een resultante. Deze aanpak sluit aan bij eerder gepubliceerde inzichten van Ortec Finance.

Voor beide processen geldt dat er diverse vragen zijn waar bestuurders over na moeten denken bij het vaststellen van beleid en/of de wettelijke maatstaven van de risicohouding. Voorbeelden hiervan zijn:

• Hoe om te gaan met onzekerheid rondom de uitkomsten van een RPO?
• Welke rol spelen regelingskenmerken, zoals een solidariteits- of risicodelingsreserve, bij het vaststellen van de risicohouding?
• Hoe worden verschillende bronnen gewogen, zoals RPO, deelnemerskenmerken en wetenschappelijke inzichten?
• Hoewel de vraagstukken vaak overeenkomen, verschillen de oplossingsrichtingen per proces. Er is geen uniforme aanpak; maatwerk is essentieel.

Samenwerking met De Nederlandsche Bank

In samenwerking met De Nederlandsche Bank zijn kaders ontwikkeld voor het omgaan met deze vraagstukken. De praktijk laat echter zien dat er niet altijd eenduidige oplossingen zijn. En dat er zeker geen “one size fits all”-oplossingen zijn. Bestuurders dienen daarom op basis van hun fondskenmerken en beleidsdoelen eigen afwegingen te maken.